Een penneproef als begin:
1. - Wat is een penneproef?
Een pennenproef zijn een aantal woorden die geschreven zijn om de kwaliteit van de ganzenveren pen te testen.
- In welke periode werd Oudnederlands gesproken?
Het is niet mogelijk een exact begin van het Nederlands aan te geven, omdat het deel
uitmaakt van een familie van talen, die ooit één geheel vormde en zich geleidelijk
aan opgedeeld heeft. Maar het Oudnederlands werd in onze landstreek gesproken
rond ca. 800 tot 1150.
2. Leg op grond van de tekst Lied van Heer Halewijn uit welke eigenschappen van
mondeling overgeleverde literatuur daarin naar voren komen.
De koningsdochter had over heer Halewijn gehoord. Het verhaal werd over gebracht
door het Lied van Heer Halewijn. In allerlei landen zijn heel verschillende versies van het
verhaal bekend. Het laat zien dat oude middeleeuwse traditiers, waarbij verhalen van
mond tot mond gingen zonder te worden opgeschreven, nog heel lang hebben
voortgestreefd. Het feit dat de meeste verhalen in gepaard rijm (AA BB CC etc.) waren
vormgegeven, droeg eraan bij dat ze gemakkelijk in het gehoor lagen en beter onthouden
konden worden. Zoals:
Heer Halewyn zong een liedekijn,
Al die dat hoorde wou bi hem zijn.
Ook de regelmatige herhaling was daarbij een hulpmiddel. Zoals:
Zy ging voor hare moeder staen:
'Och moeder, mag ik naer Halewyn gaen?'
'Och neen, gy dochter, neen, gy niet:
Die derwaert gaen, en keeren niet!'
Zy ging voor hare zuster staen:
'Och zuster, mag ik naer Halewyn gaen?
Toneel in de Middeleeuwen:
1. - Wat is geestelijk toneel?
Het oudste middeleeuwse toneel is geestelijk toneel en sluit nauw aan bij de verhalen
in de kerk werden verteld. Ererst waren er vooral passie- en paasspelen, waarin het lijden
en de opstanding van Jezus werd uitgebeeld. Later werden ook het kerstverhaal, het
leven van Maria en allerlei heiligenlevens op het toneel gebracht.
- Waarom kon geestelijk toneel grootser worden aangepakt dan wereldlijk toneel?
De geestelijken hadden in de gaten dat kerkdiensten vaak saai en onbegrijpelijk waren
voor het gewone volk dat geen Latijn verstond. Als de prachtige verhalen uit de bijbel nu
eens met spel uitgebeeld zouden worden, zullen ze gedacht hebben, zouden gewone
mensen daar dan niet veel meer van opsteken?
2. Toneel bestaat eigenlijk alleen maar als het wordt opgevoerd. Daarom geven moderne
schrijvers vaak uitgebreide regie-aanwijzingen. In middeleeuws toneel ontbreken die bijna
altijd. Kies een van de toneelfragmenten uit de tekstpagina's Elckerlijc, Lanseloet van
Denemerken of Mariken van Nieumeghen, en knip en plak de vertaling in onderstaand veld.
Schrijf vervolgens zelf aanwijzingen bij het fragment. Let daarbij op de ruimte waarin de
scène zich afspeelt en de kleding van de personages, en geef aanwijzingen voor de manier
waarop personages zich moeten uitdrukken (boos, hooghartig etc.) en de gebaren die ze
moeten maken.
Mariken Wie ben je, vriend? (Een beetje verbaasd kijken, vragend)
De duivel Professor in de wetenschappen.
Alles lukt me, wat ik ook probeer. (Zelfverzekerd)
Mariken Het maakt me niet uit met wie ik verkeer,
met de verdorvene of de volmaakte. (Nonchalant)
De duivel Als je mij tot de jouwe maakte,
ik zou je de zeven vakken leren
tot in de puntjes: retoriek, musiceren,
logica, grammatica en geometrie,
rekenkunde en alchemie,
wetenschappen die men altijd eerde.
Geen aardse vrouw was ooit zo'n geleerde
als jij zult worden. (overtuigend)
Mariken Je bent dus een kundig man.
Maar wie ben je dan? (vragend)
De duivel Dat gaat je niks an.
De waarheid weten, dat hoef je niet.
Ik ben het zachtmoedigste boefje niet,
maar voor jou ben ik goed, jou heb ik hoog. (Een beetje boos)
Mariken Hoe heet je, vriend? (Vragend, en doe een stap in zijn richting)
De duivel Moenen met het ene oog,
Ik heb vrienden in alle hoeken en gaten. (Kijk er een beetje gemeen bij)
Mariken De duivel ben je, uit de hel losgelaten. (Zeg het bang maar toch zelfverzekerd)
De duivel Jou heb ik hoog. Jouw beschermer ben ik. (Probeer dit lief te zeggen zodat hij je vertrouwt)
Mariken Ik heb voor jou geen angst, vrees of schrik;
al kwam Lucifer zelf uit het helse geweld,
dan nog vreesde ik niet. Zo is 't met me gesteld.
Alle angst is me ontnomen. (Machtig en zelfverzekerd)
Boekdrukkunst:
1. - Waarin verschilt een blokboek van de boekdrukkunst?
In blokboeken werd een volledige pagina uit één blok hout gesneden, maar dit kostte
veel tijd en het kon na het drukken van dat ene boek worden weggegooid. Maar Gutenberg
ontdekte hoe je uit losse loden letters een tekst kon zetten. Als je eenmaal de letters had,
kon je snel een nieuwe pagina maken, en na het drukken kon je dezelffde letters opnieuw
gebruiken. Boekdrukkunst was dus veel efficiënter dan een blokboek.
- Wat was het eerste gedrukte Nederlandstalige boek?
Op 10 januari 1477 verscheen het eerste boek, de Delftse Bijbel van Jacob Jacobszoon
van der Meer en Mauricius Yemantszoon.
2. Gedrukte boeken hebben vaak een titelpagina die er mooi uitziet (zie bijvoorbeeld de
voorpagina van het Antwerps Liedboek op de literatuurgeschiedenispagina 'Zingen in de
Middeleeuwen’) terwijl bij handschriften de tekst meestal plompverloren begint. Wat is de
functie van zo’n titelpagina en waarom hebben drukkers deze ‘uitgevonden’?
Om het onderwerp van het boek in te leiden. Als deze pagina er mooi uitzag, trok het
mensen aan.