Ridderliteratuur was een bron van vermaak: aan de middeleewse hoven genoot men van lange en spannende verhalen over moed, trouw, liefde en edelen/ridders.
Maar ze had ook een voorbeeldfuntie: de lotgevallen van de romanfiguren dienden tot voorbeeld van de edelen die naar zulke verhalen luisterden.
De meeste ridderromans spelen zich af aan en rond het hof van Karel de Grote of van koning Artur. Maar ook over helden uit een verder verleden werden ridderromans geschreven. In de ogen van de middeleewers stonden grote helden uit het verleden op gelijke hoogte met de vooraanstaande ridders uit de eigen tijd.
In Arturromans wordt de vrouw meer in haar waarde gelaten dan in de Karelromans. Daarnaast speelt de hoofse minne een voorname rol, zijn list en sluwheid belangrijker dan brute kracht en moed en treden er vaak sprookjesachtige elementen op. De ridders vechten op een waardige manier met elkaar en Artur speelt de hoofdrol. In de Karelromans gaat het meer over trouw aan de leenheer en trouw aan god en vrouwen hadden veel minder de hoofdrol. Karel de Grote speelde de rol in de Karelromans.
Karelromans:
Karel de Grote krijgt aan de vooravond van een hofdag (dit was in de middeleeuwen een jaarlijkse bijeenkomst waarbij de boeren de verschuldigde pacht afdroegen) van een engel de opdracht om uit stelen te gaan.
Dit vind ik een beetje raar, want in de meeste verhalen beschrijven ze engelen als heilig. En een heilig engel zou nooit iemand de opdracht geven om te gaan stelen. En engelen bestaan niet, maar in verhalen kan natuurlijk vanalles.
Karel en de Elegast hoort bij Karelromans omdat Karel vecht met de zwarte ridder, omdat hij de zwarte ridder verslagen en verbannen heeft wil hij niet toegeven dat hij eigenlijks op pas is om te gaan stelen, er is een echtelijke ruzie tussen Karel en zijn zwager, waarbij duidelijk wordt dat zijn zwager samen met een aantal handlangers van plan is op de hofdag van Karel van het leven te beroven.
Voorbeelden van Karelromans zijn: Renout van Montalbaen, Lorreinen en Sebilla te interesseren.
Roelant is één van de ridders in Roelantslied hij is de neef van Karel de Grote. Hij is de 'trouwe' ridder. En Olivier, Roelants best vriend. Hij is de 'ontrouwe' ridder.
Roelantslied is een Karelroman omdat Karel de Grote er in voor kwam en de vrouw een onderschikte rol speelt en wordt soms ruw behandeld.
Ik vind deze Fokke en Sukke best grappig, maar hij is wel een beetje flauw. Omdat als er gevochten werd kwamen er zeker bloedvlekken op hun maliënkolder. Omdat ze in die tijd nog geen wasmachines hadden moesten ze alles met de hand schoonmaken. Een maliënkolder is een harnas van ijzer, die je beschermt bij een gevecht. Je kreeg als je bloed opdroogde kreeg je het er niet meer vanaf. Maar in die tijd maakten ze die harnassen niet schoon.
Arturromans:
Ferguut is een boerenzoon, zijn vader is een ridder. Hij is zo onder de indruk dat hij ook besluit om ridder te worden. In een roestige wapenrusting meldt hij zich bij het hof van Artur waar hij tot ridder wordt geslagen.
De ‘uitvinder’ van de Arturroman Ferguut is Chrétien de Troyes.
Om een ridder te worden moest je een man zijn en uit een adellijke familie komen. Als je niet afkomstig was uit een adellijke familie dan kon je ridder worden door een andere ridder uit te dagen en te verslaan. Zo werd Ferguut ook ridder. Hij daagde de ridders van Artur uit en versloeg niet alleen hun maar ook de Zwarte Ridder.
De verhalen over Artur zijn ook vaak verfilmd voorbeelden hiervan zijn:
- Koning Artur
- Knights of Round Table
- Camelot
- First Knight.
De vier ridders die een hoofdrol in Arturromans zijn:
- Lancelot
- Walewein
- Gelaad
- Genievre.
Sommige mensen denken dat de heilige graal Maria is, maar andere denken dat het een kelk is omdat \/ vorm of een vagina van een vrouw is maar een kelk heeft ook deze vorm. In de verhalen komen belangrijke voorwerpen voor, de heilige graal van één van deze voorwerpen.
De kenmerken voor hoofsheid is een hoge waardering van de vrouw, moedig, sterk en een slimme ridder.
Ferguut is geen hoofse ridder. Hij begrijpt niet wat een hoofse ridder zijn inhoudt. Ook weet hij niet wat hoofse liefde is omdat hij Galiene afwijst en liever gaat vechten. Het was ongepast als ridder een dame een dienst te weigeren.
Als ik een hoofse ridder zou zijn, dan zou ik mijn gedrag een beetje aanpassen. Ik zou alle meisje met respect behandelen. Voor iedereen, die bijvoorbeeld gepest wordt of slecht behandeld wordt, opkomen. Ook zou ik iedereen helpen die hulp nodig heeft, maakt niet uit met wat.
Ik vind het fragment
"Hebban olla vogala nestas hagunnan hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu?"
(vertaling: "Alle vogels zijn al aan het nesten, bijhalve jij en ik. Waar wachten we nog op?
Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (a)nda thu uuat unbidan uue nu?)
een mooi fragment omdat het achter in een Bijbel stond, en omdat een monnink, die niet mocht trouwen of een relatie hebben toch zoiets romantisch kan schrijven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten